maandag 17 augustus 2015

Écht niet, hoor!



Een beetje nerveus staat Pluto, een lieve Amerikaanse Cocker Spaniel, op mijn behandeltafel. Ik heb hem de afgelopen tijd een aantal keer gezien vanwege de aanhoudende jeuk waar hij last van heeft. Nu staat hij sinds een aantal weken op een speciaal dieet om uit te sluiten dat hij een voedselallergie heeft. Voor een betrouwbaar resultaat is het belangrijk dat hij enkel dit dieet krijgt en absoluut niets anders. Maar tot nu toe lijkt het weinig effect te sorteren. Het is nog te kort dag om definitieve conclusies te trekken, maar ik wil in ieder geval uitsluiten dat er niets mis gaat.

"Dus hij krijgt naast zijn speciale dieet verder helemaal niets? Geen vitamine-preparaten of ontwormingstabletten met een lekker smaakje? Is er misschien een buurvrouw of iemand anders die Pluto af en toe iets lekkers toestopt? Komen er kleine kinderen over de vloer die misschien eten op de grond laten vallen? 

Terwijl mevrouw de Wit luidkeels op haar kauwgom kauwt beantwoord ze al mijn vragen met 'nee'. Ik besluit dat we de laatste paar weken volmaken, mocht het dieet dan nog steeds geen verbetering gegeven hebben, gaan we testen op andere typen allergieën.

Ik bespreek mijn plan met mevrouw de Wit en til Pluto van tafel. Blij dat hij weer vaste grond onder zijn voeten heeft, dartelt hij naar zijn eigenaresse toe. Op het moment dat ik me omdraai naar de computer om alles te noteren, zie ik vanuit een ooghoek nog net hoe ze een koekje uit onze koekjespot pakt en deze aan haar hond geeft.

Nooit meer een blog missen? Volg me dan op Facebook!

maandag 10 augustus 2015

Dikke tranen


Net voordat ik de volgende afspraak wil binnenroepen houdt assistente Mariëtte me tegen. "Officieel is mevrouw de Zwart met haar kat nu aan de beurt, maar misschien kun je eerst de afspraak van daarna doen. Het gaan om drie zieke konijntjes, eentje is volgens mij al dood en bij de andere twee scheelt het vrees ik niet veel."

Nadat ik de deur naar de wachtkamer heb geopend, heb ik ze al snel tussen de wachtende mensen ontdekt. In een hoek zitten een moeder en dochter met betraande gezichten en een kartonnen doos op schoot. Omdat beiden hardop zitten te snikken vinden de andere wachtenden het geen probleem om ze even voor te laten. De mevrouw die eigenlijk aan de beurt was fluistert het tweetal nog bemoedigend "Sterkte" toe. 

Eenmaal binnen in de spreekkamer werp ik een blik in de kartonnen doos. Mariëtte had het goed ingeschat, een van de konijntjes ligt al levenloos op zijn zij. De andere twee zijn in een vergevorderd stadium van doodgaan. Ik zie in een oogopslag dat ik deze twee niet meer ga redden, maar voor de vorm doe ik nog een lichamelijk onderzoek om me vervolgens tot de vrouw en haar dochter te richten. 

Ik leg uit dat ik de twee overgebleven konijntjes niet meer kan genezen en dat inslapen de meest humane optie is. Tussen de steeds luider wordende snikken door geeft de vrouw mij akkoord en ik bereid de spullen voor. De ijselijke gil die ze vervolgens slaakt wanneer ik de konijntjes een injectie met het euthanasie-middel geeft, had van mij niet gehoeven, maar desalniettemin heb ik erg met ze te doen. 

Zeker wanneer de vrouw later vertelt dat de konijntjes hun eerste huisdieren waren. Wekenlang hadden ze zich ingelezen in de verzorging en alles nauwgezet voorbereid voor de komst van de beestjes. De afspraak voor hun eerste vaccinatie stond al bij ons gepland. Vier dagen geleden hadden ze het drietal opgehaald. Al die tijd hadden ze blij door hun hok gehuppeld en goed gegeten. En nu waren ze plotseling dood. 

"Wat hebben we fout gedaan? Wat hebben we toch verkeerd gedaan?" jammert de vrouw zachtjes. Ik leg uit dat de konijntjes waarschijnlijk een ernstig virus hebben opgelopen. Degene waartegen ze binnenkort gevaccineerd zouden worden. Nadat ik meerdere keren heb benadrukt dat de dood van de konijntjes echt niet door gebrekkige verzorging kwam of op een andere manier hun te verwijten valt, bedaren ze een beetje. 

Wanneer moeder en dochter naar huis vertrekken, zegt ze nog zachtjes snikkend: "We nemen nooit meer huisdieren." Ergens kan ik haar wel begrijpen, dit was wel een erg ongelukkige eerste ervaring met het hebben van huisdieren. En met de dierenarts...



Nooit meer een blog missen? Volg me op Facebook!

maandag 3 augustus 2015

Het heerlijke kattenleven?


Als ik samen met een collega naar de parkeerplaats loop, zien we een van de buurkatten lui in de zon liggen. Als ik zie hoe het beestje heerlijk op zijn rug ligt en van het weer geniet, verzucht ik: "Oh wat moet het toch heerlijk zijn om een kat te zijn."

"Ja, dat zeggen mensen wel vaker." antwoordt mijn collega, "Maar ik vraag het me soms af hoor. Als je bedenkt hoe vaak wij katten zien die pijn hebben door artrose of een slecht gebit, maar die niet behandeld worden omdat de eigenaar niet opmerkt dat ze pijn hebben. Dan vraag ik me af hoe leuk het eigenlijk is om een kat te zijn."

Ik laat haar woorden even op me inwerken en besef me dan dat ze een punt heeft. En dat dit niet alleen voor katten, maar voor alle huisdieren geldt. Regelmatig zie ik namelijk dieren die, zonder dat hun eigenaar het door heeft, dagelijks pijn hebben.

Want in sommige gevallen is pijn bij je dier goed te herkennen. Als je huisdier jankt, kermt of schreeuwt, zullen de meeste baasjes wel snappen dat hun dier pijn heeft. Daarnaast zijn er natuurlijk ook situaties waarbij je je als eigenaar kan voorstellen dat je dier pijn heeft. Bijvoorbeeld als je kat net van het balkon gevallen is en op drie poten rondhinkt, of wanneer je hond flink door een andere hond is gebeten.

Maar helaas zijn er nog best een hoop situaties waarvan ik merk dat eigenaren niet altijd doorhebben dat hun dier pijn heeft. De keren dat ik mensen ervan moest overtuigen dat hun kreupele hond écht pijn had, ondanks dat hij niet jankte of piepte, kan ik helaas niet meer op twee handen te tellen. En als ik een euro kreeg voor elke keer dat ik moest uitleggen dat een kat die nog zijn brokjes eet, heus wel pijn aan zijn gebit kan hebben, dan had ik ondertussen een leuke strandvakantie bij elkaar gespaard.

Maar ik wil niet bitter of cynisch zijn. Ik geloof echt dat veel mensen oprecht van hun kat houden maar gewoon niet weten dat hun oudere poes veel ligt te slapen omdat ze gewrichtspijn heeft. Het is ook vaak onwetendheid dat mensen niet beseffen dat hun hond, ondanks dat hij zijn bak elke dag leeg eet, wel degelijk pijnlijke tanden en kiezen kan hebben.

Na deze overpeinzingen kijk ik naar mijn collega en zeg: "Nou, ik denk dat we hebben nog een hoop te doen op het gebied van voorlichting hé." Ze knikt.

Ondertussen is de buurkat overeind gekomen en springt soepel over een hekje van een meter hoog. Ik geloof dat ik me om hem voorlopig niet al te druk hoef te maken.


Nooit meer een blog missen? Volg me op Facebook

maandag 27 juli 2015

Ver weg en dichtbij


Wanneer de jongen met het kattenmandje mijn spreekkamer binnenkomt, valt me gelijk op dat hij niet op zijn gemak is. Ondanks zijn brede lichaamsbouw en stoere kleding heeft hij de uitstraling van een bibberende Chihuahua. Nu maak ik wel vaker mee dat eigenaren zenuwachtig zijn, maar zijn kat Jip komt enkel voor een gezondheidscheck en een vaccinatie. Dat is meestal niet iets om erg bezorgd om te zijn. Als ik vraag of Jip nog problemen heeft, geeft hij ook aan dat er niets aan de hand is.

Tijdens het consult staat de jongen steeds ruim een meter van de behandeltafel verwijderd. Hoewel hij eruit ziet alsof hij nog het liefste in de verste hoek van de spreekkamer was weggekropen. Kater Jip daarentegen is vrij relaxed en kijkt nieuwsgierig om zich heen. 

Van de ene kant heb ik een beetje met de jongen te doen, maar aan de andere kant merk ik dat zijn gedrag me ook een klein beetje irriteert. Is hij nou bang voor zijn eigen kat of te beroerd om even te helpen? Het zou namelijk wel handig zijn als hij af toe Jip even zou vasthouden om te voorkomen dat de kat van de tafel springt.

Als ik vraag om Jip toch éven vast te houden zodat ik de vaccinatie kan klaarmaken, komt hij met zichtbare tegenzin wat dichterbij staan. Ongemakkelijk houdt hij de kat vast. Als ik vervolgens de injectie wil geven blijkt waarom. Als door een wesp gesproken springt hij achteruit. "Ik hou niet zo van naalden" piept hij met een stem die absoluut niet past bij zijn stoere voorkomen. Kat Jip ziet op dat moment zijn kans schoon om de boel eens te gaan verkennen en springt met een soepele sprong van de tafel. 

Ik moet mezelf dwingen om niet hardop te zuchten wanneer ik de kat onder het bureau in de spreekkamer vandaan pluk en vervolgens op zoek ga naar een assistente die even de kat voor mij vast wil houden. Als de jongen en Jip weer buiten staan zeg ik tegen mijn collega: "Nou ik hoop dat de volgende eigenaar wel zijn eigen kat durft vast te houden, want anders heb ik zo weer je hulp nodig."

Ze zeggen wel eens: "Be careful what you wish for." Want inderdaad, de volgende eigenaar vindt het geen enkel probleem om haar kat Ginger even vast te houden. In tegendeel. Tijdens het hele onderzoek heeft ze het diertje in een soort innige omhelzing vast, wat het uitvoeren van het lichamelijk onderzoek ongeveer onmogelijk maakt. Wanneer ik Ginger op de weegschaal wil zetten, moet ik het beestje eerst uit haar houdgreep ontfutselen. Bij de drie passen die ik naar de weegschaal zet, wijkt ze geen seconde van mijn (of Gingers?) zijde en staat ongemakkelijk dicht tegen me aan. Onze spreekkamers zijn vrij ruim, maar het voelt opeens enorm claustrofobisch.

De assistente van zojuist is halverwege het consult de spreekkamer binnen komen lopen en slaat het tafereel gaande. Als de eigenaresse van Ginger het pand heeft verlaten en ik me nog sta te verbazen over het enorme contrast tussen deze twee eigenaren zegt ze plagerig: "Hahaha Mique, het is ook nooit goed hé!"

Nooit meer een blog missen? Volg me via Facebook

maandag 20 juli 2015

Rillen

Regelmatig heb ik een avond- of een weekenddienst. De praktijk is dan officieel gesloten, maar we zijn wel bereikbaar voor spoedgevallen. Bij een vorige baan woonde ik zo ver weg van de kliniek dat het handiger was om daar te blijven slapen. Tegenwoordig woon ik gelukkig dichter bij de praktijk waardoor ik niet continue daar aanwezig hoef te zijn, maar tussendoor naar thuis kan. Als er een spoedgeval is, spring ik in de auto en ben ik in no-time op de praktijk.

Naast het feit dat ik lekker dichtbij de praktijk woon, prijs ik mijzelf ook regelmatig gelukkig dat ik leef in het tijdperk waarin er mobiele telefoons bestaan. Hierdoor hoef ik niet thuis naast de telefoon te bivakeren, maar kan ik ook gewoon even naar de supermarkt. Of zelfs een terrasje pikken als het een rustige dienst is. Want mijn vrienden weten ondertussen wel dat het kan gebeuren dat ik opeens gebeld wordt, mijn colaatje in één slok achterover moet slaan om vervolgens snel naar de praktijk te racen.

Het is ook eens gebeurd dat ik halverwege mijn zaterdagse boodschappen werd gebeld door de dierenambulance in verband met een aangereden kat. Alle boodschappen terugleggen zou te lang duren, dus de enige andere optie was om mijn boodschappen bij de cassière te stallen en later die middag terug te komen.

Want al geeft de mobiele telefoon mij tijdens zo'n weekenddienst een hoop vrijheid, je moet er nog steeds rekening mee houden dat je elk moment gebeld kan worden. En dat kan zijn als je net een portie bitterballen hebt besteld op het terras, maar ook op nog onhandigere momenten.

Zo gebeurde het afgelopen winter dat ik drie keer in een relatief korte periode werd gebeld terwijl ik onder de douche stond. Misschien zijn er dan dierenartsen die dan denken: "Ach, als het echt belangrijk is dan bellen ze wel terug" maar ik kan dat niet. Dus daar sta je dan, met druipend haar en een snel omgeslagen handdoekje in een koude galmende badkamer. Hopend dat degene aan de andere kant van de lijn het niet doorheeft.

Wil je geen blog missen? Volg me dan via Facebook!



maandag 13 juli 2015

Alle hens aan dek!



In mijn eerste jaar van de studie Diergeneeskunde liep ik een weekje stage in een dierenartsenpraktijk in Rotterdam. Een echte stage mocht je het door de korte duur eigenlijk niet noemen, het was vooral een weekje meekijken in de praktijk. Daarnaast heb je als eerstejaars natuurlijk ook nog niet de kennis of de vaardigheden om echt dingen te kunnen doen. Maar toch kreeg ik in deze stage toch de gelegenheid om toch flink de handen uit de mouwen te steken...

Op donderdagmiddag merkte ik opeens aan het personeel dat er iets aan de hand was. Door het gebruik aan vaktermen begreep ik het niet echt, maar ik had wel door dat er iets stond te gebeuren. Het bleek uiteindelijk te gaan om een teef waarbij de bevalling maar niet op schoot waardoor er een spoed-keizersnede uitgevoerd moest worden. 

Op een röntgenfoto die al op een eerder moment gemaakt was, was gezien dat ze drachtig was van elf pups. Drie waren er al geboren, wat betekende dat er maar liefst acht via de keizersnede ter wereld gebracht moesten worden. Daar is flink wat mankracht voor nodig.  

Helaas waren er op dat moment naast de dierenarts slechts twee assistentes aanwezig. Eentje zou assisteren bij de operatie terwijl de andere samen met mij de pups zou opvangen. Alleen... twee mensen voor maar liefst acht pups is behoorlijk aan de krappe kant. En er was geen tijd om extra collega's op te roepen. 

Een van de assistentes keek bedenkelijk uit het raam toen ze opeens een ingeving leek te hebben. Ze opende het raam en riep iets naar de tuinman die daar bezig was. Toen hij een minuut later binnen stond, bleek dat ze hem geronseld had om ook te helpen met de pups. 

Van de ervaren assistente kregen we een spoedcursus 'pups opvangen na een keizersnede'. Ze leerde ons hoe we met een slijmzuiger voorzichtig het slijm uit bek en neus kon verwijderen en hoe we ze het beste warm konden wrijven totdat ze zelfstandig ademden. 

Toen de operatie begon en wij in de startblokken stonden, kwam de adrenaline me zowat de oren uit, zó spannend vond ik het. Ook het gezicht van de tuinman stond een beetje gespannen.
Veel tijd om stil te staan bij wat ging komen, hadden we echter niet. Binnen no-time werd de eerste pup uit de baarmoeder gehaald. Vanaf toen moest het keihard doorgewerkt worden. In rap tempo werd de ene na de andere pup uit de baarmoeder gehaald en aan ons overgedragen. Je was nog niet klaar met de eerste als je je alweer diende te ontfermen over een volgende. We kwamen letterlijk handen te kort. 

Op het toppunt van de drukte klonk opeens het schelle belletje van de balie. "Oh nee, niet nu!" verzuchtte de assistente. Maar eenmaal in de wachtkamer aangekomen, herkende ze de klant die bij de balie stond. De klant bleek vroeger verloskundige geweest te zijn. Toen ze hoorde waarom het misschien wat langer zou duren voordat ze geholpen kon worden, aarzelde ze geen moment om haar hulp aan te bieden. Dat aanbod werd gretig geaccepteerd. 

Daar stonden we dan, een tuinman, een eerstejaars student diergeneeskunde en een oud-verloskundige, samen met de assistente ons over de pups te ontfermen. Het koste wat moeite maar we kregen ze uiteindelijk allemaal aan het ademen. 

Omdat ik er maar een weekje was, heb ik de pups nooit meer terug gezien. Maar van mijn stage-adres kreeg ik, zes weken later een berichtje dat alle pups voor hun eerste vaccinatie waren geweest en dat het supergoed met ze ging. 

Wil je geen blog missen? Volg me dan via Facebook!

maandag 6 juli 2015

Een ezel stoot zich niet tweemaal...


Op een warme donderdagavond word ik in de avonddienst gebeld. De vrouw aan de andere kant van de lijn vertelt dat haar hond een mergpijp had gekregen om op te kluiven. Maar in zijn verwoede pogingen om de laatste restjes merg uit het ringvormige bot te halen, is de mergpijp om zijn onderkaak geschoven. En nu krijgen de eigenaren het er met geen mogelijkheid meer vanaf. 

Omdat de eigenaren op vakantie zijn in een nabijgelegen bungalowpark weten ze niet precies waar ze moeten zijn. Ik leg uit hoe ze het beste naar de praktijk kunnen rijden en als ik heb opgehangen vertrek ik zelf ook naar de kliniek.  

Eenmaal aangekomen bij de praktijk staat de vrouw met haar Flatcoated Retriever Gijs rustig voor de deur een sigaretje te roken. Gijs staat er een beetje bedrukt bij, zo met de mergpijp om zijn snuit. Eenmaal op tafel bekijk ik de situatie eens beter. De mergpijp is over de lange hoektanden van de onderkaak geschoven. Vervolgens is de boel gaan zwellen en kan het bot geen kant meer op. Er is maar één optie: zagen. 

Gelaten hoort de eigenaresse mijn uitleg aan over hoe ik straks Gijs een roesje ga geven om vervolgens voorzichtig de mergpijp doormidden te zagen en te verwijderen. De sfeer voelt een beetje stroef, dus om het ijs wat te breken besluit ik haar te complimenteren met het feit dat ze zo rustig en daadkrachtig heeft gehandeld. De vrouw haalt haar schouders op en zegt: "Het is niet de eerste keer dat dit bij mijn honden is gebeurd, dus ja dan weet je wel een beetje hoe het werkt."

Wanneer ik een half uurtje later klaar ben en met haar afreken, zijn de kosten door het spoedtarief best opgelopen. Van het bedrag dat ze moet betalen kan ze behoorlijk wat mergpijpen kopen. Maar ik hoop voor haar honden dat ze daar nu eindelijk eens een keer mee stopt. 


Nooit meer een blog missen? Volg me op Facebook! 

 

De foto bij deze blog is niet van Gijs maar komt van internet - Bron afbeelding