zondag 29 december 2013

Herkend worden

Op een zaterdagavond eindigde ik de kroegentocht met vrienden van de atletiekvereniging in een drukke bar. Terwijl ik net een nieuw rondje shotjes aanpakte van de barman draaiden twee vrouwen aan de bar zich om. Geamuseerd keken ze me aan en schreeuwden vervolgens over de muziek: "Hee, ben jij niet onze dierenarts?"

Ik knikte bevestigend en hoopte dat ik op dat moment nog een beetje helder uit mijn ogen keek. Ik vrees van niet.


woensdag 18 december 2013

Zelfdiagnose

Het leuke van werken in een dierenartsenpraktijk is dat je met een enorme variëteit aan mensen in aanraking komt. Van professoren met hun zieke hond tot verstandelijk beperkte mensen die samen met hun begeleider hun konijntje komen laten enten. Met drie grote ziekenhuizen in de directe omgeving hebben wij ook een hoop medisch specialisten in ons bestand. Over het algemeen vaak leuke mensen waarmee je leuk kunt praten over de overeenkomsten en verschillen tussen onze beroepen.  Maar een huisarts deed me toch een beetje weifelen aan het niveau van onze gezondheidszorg...

Op een middag vertelde een van de assistentes dat er een mevrouw was langsgekomen om insuline voor haar kat op te halen. Gelukkig had de oplettende assistente opgemerkt dat haar kat helemaal niet met suikerziekte gediagnosticeerd was. Ze had deze mevrouw beleefd doch vriendelijk geweigerd om de insuline mee te geven en haar verwezen naar het telefonisch spreekuur. 

Daar kreeg ik deze mevrouw, die huisarts bleek te zijn, aan de lijn. Op haar vraag waarom ze insuline wilde ophalen voor haar kat vertelde ze dat de kat meer dronk en plaste en 'dus wel suikerziekte zou hebben'. Van iemand zonder medische achtergrond had ik een dusdanige opmerking nog wel kunnen begrijpen, veel drinken en veel plassen is immers een bekend symptoom van suikerziekte. Maar zeker een huisarts moet toch weten dat er meerdere oorzaken zijn die ervoor kunnen zorgen dat een patiënt meer gaat drinken en plassen. En belangrijker, iedereen met een medische achtergrond zou moeten weten dat het geven van insuline aan een kat die géén suikerziekte heeft, potentieel dodelijk kan zijn. 

Voor de zekerheid vroeg ik of ze misschien zelf al urine- of bloedonderzoek bij haar kat had gedaan. Maar ook dat bleek niet het geval te zijn. 

Met wat overredingskracht kreeg ik deze huisarts zover dat ze met haar kat naar de praktijk kwam voor een lichamelijk onderzoek en aanvullend bloedonderzoek. Toen de assistente met de uitslag van het bloedonderzoek de spreekkamer binnenkwam bleek dat mijn inspanningen niet voor niets waren geweest. De kat had namelijk geen suikerziekte maar ernstig nierfalen. Als deze kat insuline had gekregen had het wel eens heel slecht kunnen aflopen.

Terwijl de mevrouw zonder insuline en met nierdieet de praktijk uitliep hoopte ik met heel mijn hart dat mijn eigen huisarts toch wat meer verstand van zaken heeft...

maandag 9 december 2013

Spike en het mysterie van het verdwenen bot

"Mique, ik heb een eigenaar aan de lijn waarvan de hond net een groot bot heeft opgegeten. Zal ik die maar gelijk laten komen?" sprak de assistente tegen me. Ik knikte bevestigend en vroeg haar om alvast de röntgenruimte klaar te zetten.

Een kwartiertje later verschenen de lichtelijk ongeruste eigenaresse en haar hongerige labrador Spike op de praktijk. Ze vertelde dat Spike het ene moment nog op een groot bot lag te kauwen en dat het volgende moment het bot verdwenen was. Ze kon dus geen andere conclusie trekken dan dat de hond het bot had opgegeten.

Bij het lichamelijk onderzoek uitte ik al mijn twijfels over over het feit dat Spike het bot had opgesmikkeld. Ik voelde niets in het maaggebied en bij palpatie van de buik was de hond allesbehalve pijnlijk. Echter, de eigenaresse bleef bij hoog en laag volhouden dat het niet anders kon dan dat haar hond het enorme bot verorberd had. Om geen risico te nemen besloot ik röntgenfoto's te maken, want als je iets goed kan ziet op röntgenfoto's dan zijn het wel botten.

Terwijl de röntgenfoto's op mijn scherm verschenen was het voor mij makkelijk om de conclusie te trekken. In de maag en zelfs in de darmen was geen spoortje van een opgegeten bot te zien. De eigenaresse was echter een heel stuk lastiger te overtuigen. "Waar is dat bot dan?" vroeg ze mij toch wat ongelovig. "Ik zou het niet weten mevrouw, maar in ieder geval niet in uw hond" was mijn antwoord. Toen ze wegliep zag ik aan haar dat ze toch nog niet geheel overtuigd was.

Maar waar dat bot nou gebleven is... dat weet alleen Spike.


zaterdag 30 november 2013

Geen dierenarts

"Oh gelukkig! U lijkt helemaal niet op een dierenarts!" riep de mevrouw uit toen ik langskwam voor een thuis-euthanasie.

Ik beschouwde het maar als een compliment.


vrijdag 15 november 2013

Goed kauwen!

"Nou, ik heb alles maar even meegenomen" verzuchtte mevrouw van Oostrum terwijl ze de inhoud van een plastic tasje op de behandeltafel leeg schudde. Allerhande medicijndoosjes en -zakjes kwamen uit de tas gerold. Ik had zojuist haar kat Diana onderzocht vanwege obstipatie problemen en informeerde nu naar de medicatie die ze op het moment kreeg.
Normaal zou ik dat ook in de patiëntenkaart terug kunnen vinden, maar mevrouw van Oostrum bezocht naast onze praktijk ook nog een dierenarts in een naburig dorp omdat die (zoals ze tijdens het consult al minimaal zeven keer had gemeld) "Diana al sinds kitten kende".

Terwijl ik orde in de chaos van medicijnen probeerde te scheppen viel mijn oog op een aantal grote hoekige brokken van toch zeker zo'n vijf centimeter in doorsnede. "Wat is dít?" vroeg ik verbaasd. "Dat zijn haar brokjes, die heeft de andere dierenarts -die Diana al sinds kitten ook behandeld- voorgeschreven. Die zijn wat groter zodat ze goed moet kauwen".

Vol ongeloof staarde ik naar de enorme brokken. Niet alleen omdat de arme bejaarde kat nog slechts 1 kies bezat, maar ook omdat ik me afvroeg of een kat überhaupt zulke grote brokken kan opeten. Toen ik dat echter voorzichtig tegen haar zei, bleef ze bij hoog en laag volhouden dat de andere dierenarts toch écht deze brokken had voorgeschreven.
Ik wisselde een moedeloze blik uit met de assistente, paste de dosering van Diana's medicatie aan en begon alle spullen weer terug te stoppen in het plastic tasje.

Terwijl mevrouw van Oostrum de spreekkamer verliet, stond ik nog een beetje te mijmeren hoe die arme tandeloze kat die joekels van brokken in godsnaam moest opeten. Plots draaide het oude vrouwtje zich echter om, sloeg haar hand voor haar mond en zei: "Oooh! Dat waren niet de kattenbrokken, dat zijn de brokken van de hond! Ik heb me vergist!"

Ik hoopte maar dat ze zich niet vaker vergiste bij het vullen van de voerbakjes...

donderdag 7 november 2013

God zegene de (in)greep

De spoeddiensten zijn als beginnende dierenartsen soms best nog wel spannend. Want nu sta je er opeens helemaal alleen voor. Geen collega een paar deuren verderop of een door de wol geverfde assistente die voorzichtig hint "Meestal geven we dan middel x, zal ik dat alvast even pakken?". Gelukkig werd ik door mijn collega's niet direct in het diepe gegooid. Eerst deden we samen spoeddienst en vervolgens heb ik nog lange tijd een achterwacht beschikbaar gehad.

Hoewel mijn collega's nog steeds maar een telefoontje van mij verwijderd zijn, was na een tijdje het moment gekomen dat ik zelfstandig mijn diensten ging draaien. In een van die eerste 'zelfstandige' diensten werd ik gebeld door een mijnheer wiens kanariepiet een ongelukje had gehad. Hij was ergens tegenaan gevlogen en nu hing de snavel hing volgens hem los. 

In de spreekkamer bevestigde ik wat hij al had geconstateerd; de ondersnavel van Piet de kanariepiet hing er een beetje sneu bij. Een spoed-doorverwijzing naar een vogelspecialist was voor de eigenaren een brug te ver, maar zomaar opgeven wilden ze ook niet. 

Dus opperde ik voorzichtig dat ik wel een poging wilde wagen om de snavel met weefsellijm weer te bevestigen, maar dat ik geen garanties kon geven over de slagingskans van deze nogal experimentele therapie. En zo stond ik even later onder het mom 'God zegene de greep' uiterst geconcentreerd het snaveltje weer op z'n plek te lijmen. 

Door de drukte gedurende de rest van het weekend was ik het hele voorval al weer een beetje vergeten tot een aantal dagen later een assistente in het voorbijgaan tegen me zei: "Oh die mensen van die kanariepiet met die snavel belden nog, gaat weer helemaal goed!"

maandag 28 oktober 2013

Anatomie voor beginners

Op zaterdagochtend heeft de praktijk waarin ik werk ook een aantal afspraakmogelijkheden. Voornamelijk bedoeld voor problemen waar mensen 'niet het weekend mee in durven'.

Een man van een jaar of dertig kwam die zaterdag langs met zijn kat omdat deze rare huidkleurige bobbeltjes op z'n buik had. Terwijl ik de kat op zijn rug draaide om de buik goed te kunnen inspecteren, trok de assistente al veelbetekenend een wenkbrauw op. En terecht bleek, want de 'vreemde bobbels' die de eigenaar had gezien bleken gewoonweg de tepels van kat Dexter te zijn. Toen ik dat hem met mijn meest neutrale gezicht verteld had, verscheen een klein blosje van schaamte op zijn wangen. 

Toen we de voordeur in het slot hoorden vallen, lieten de assistente en ik onze "Ach nee hoor mijnheer, dat kan iedereen overkomen" blik varen een gniffelden nog wat na om dit voorval. Maar eigenlijk ga ik zelf ook niet helemaal vrijuit... In het eerste jaar van mijn studie Diergeneeskunde hadden we een practicum over het hanteren van konijnen en kleine knaagdieren. De stoere dierverzorger die de les verzorgde vroeg aan de werkgroep hoe we het verschil konden zien tussen een mannetjes en een vrouwtjes cavia. In plaats van na te denken riep mijn 18-jarige versie "Het vrouwtje heeft tepels!". Waarop de docent langs zijn snor streek en lachend antwoordde: "Maar ik toch ook?". 
Toen verscheen een klein blosje van schaamte op mijn wangen.  

woensdag 23 oktober 2013

Versprekingen

Nadat hun kat Spottie op de praktijk ingeslapen was, belden we de eigenaresse later nog even terug om de verdere wensen te bespreken. Crematie, laten afvoeren door de gemeente of toch zelf in de tuin begraven. 
Op de achtergrond hoorde ik haar met haar partner overleggen: 

"Hee, we willen Spottie toch wel laten creperen he?"

donderdag 17 oktober 2013

Dan maar cola

Als dierenarts raak je door de jaren heen wel wat afgestompt als het gaat om bloed, pus en andere lichaamsvloeistoffen. Het blijft natuurlijk smerig maar uiteindelijk leer je toch wel om er nuchter mee om te gaan. Tot -in mijn geval- de vergelijking met etenswaren gemaakt wordt...

Zo stond ik op een doorsnee donderdagmiddag een fors bijtabces bij een kat open te leggen. Zodra ik een kleine incisie had gemaakt vloeide het met bloed vermengde pus naar buiten. "Goh, het heeft wel wat weg van die Coolbest Strawberry Dream die jij altijd drinkt" merkte de nog aanwezige eigenaar droog tegen zijn tienerzoon op.

Die avond dronk ik toch maar cola.


maandag 14 oktober 2013

Het KI incident

Eens in de zoveel tijd voeren wij op de praktijk kunstmatige inseminatie bij honden uit. Ofwel het insemineren van een teefje met door manuele stimulatie verkregen zaadcellen. "Door manuele stimulatie verkregen zaadcellen" is hierbij een prachtig eufemisme voor het feit dat je als dierenarts dus eerst de reu moet aftrekken. Ja. Dát vertellen ze je niet als je aan je opleiding begint.

En zo stond ik op een druilerige woensdagavond met een reu op tafel. De eigenaresse van de reu stond aan de andere kant van de tafel het te insemineren teefje vast te houden. Nu was het al een behoorlijk gênante situatie, maar ik had niet kunnen indenken dat het nóg gênanter zou worden...

Want op het moment suprême maakte de reu een onverwachte beweging waardoor het ejaculaat niet in het door de assistente vastgehouden potje terecht kwam. Nee, het vloog over tafel en kwakte net boven het decolleté van de eigenaresse tegen haar huid.

Met een mengeling van afschuw en ongeloof hielden de assistente en ik onze adem in. Hoe zou ze reageren? Nou, bijzonder relaxed. Terwijl de assistente en ik onze handschoenen uittrokken veegde de eigenaresse haar hals schoon, haalde haar schouders op en zei "Ach, als het van je eigen reu is, is het eigenlijk niet zo erg".


zondag 6 oktober 2013

Huilende mannen

Toen mevrouw Verberg met haar kat Spooky de spreekkamer verliet merkte ik aan haar reactie dat ze een beetje schrok van de situatie die ze in de wachtkamer aantrof. Na een blik op de agenda had ik een vermoeden wat er aan de hand was. De volgende afspraak was namelijk het laten inslapen van Bruno, de chocoladebruine labrador van een studentenhuis. "Oh nee," kermde assistente Annika, "straks staat de hele spreekkamer vol met huilende mannen, dan moet ik ook altijd bijna huilen". Iets wat ik moest beamen. Want het uitvoeren van een euthanasie is nooit leuk, maar als je dan ook nog eens omringd bent door stoere, doch huilende kerels is er een grote kans dat je het zelf ook te kwaad krijgt.

En inderdaad, niet veel later was de kleine spreekkamer gevuld met de negen huisgenoten van labrador Bruno. Her en der ontwaarde ik al wat rode oogjes maar tot nu toe hielden ze zich nog redelijk groot. Nadat ik de hond een anesthesiemiddel had toegediend zodat hij diep in slaap zou vallen, trokken de assistente en ik ons discreet terug.

Toen ik een aantal minuutjes later terugkwam zag ik dat het merendeel al geen moeite meer deed om de tranen binnen te houden. Na gecontroleerd te hebben of Bruno diep genoeg sliep diende ik het euthanasiemiddel toe. Terwijl ik uitlegde dat het nu nog een paar minuutjes zou duren hoorde ik het gesnotter steeds meer aanzwellen.

Het was erg ontroerend om een stel kerels, waarvan ik vermoed dat ze normaal gesproken luid in de kroeg staan te brallen over 'hertjes' 'units' en 'regelen', nu zo kwetsbaar te zien. Maar, net toen ik door de hele situatie ook bijna een traan in mijn oog voelde prikken bracht gelukkig een van de studenten toch een beetje luchtigheid in de situatie. Uit zijn tas haalde hij een familieverpakking tissues tevoorschijn. "Gasten, ik had deze maar even gekocht want ik dacht dat we ze wel nodig zouden hebben".

Dankbaar ging de doos met tissues rond.


maandag 30 september 2013

Spelfouten

Dat ze 'Chihuahua' niet foutloos konden schrijven kon ik nog wel begrijpen...


vrijdag 27 september 2013

Identiteitsverwisseling

"Heeft u nog een paspoortje van Bobby?" vroeg ik aan de mevrouw die met haar kitten voor de vaccinatie langskwam. Ze overhandigde het paspoort aan de assistente om vervolgens voorzichtig op te merken dat er een fout in stond.

Ik zag de assistente gealarmeerd opkijken. Hadden we misschien de naam verkeerd geschreven? Of de vachtkleur? Zeker eigenaren van raskatten kunnen soms geschokt reageren wanneer je de vacht van hun kat 'grijs' noemt terwijl het binnen het ras toch echt 'silver smoked' of iets anders ridicuuls genoemd wordt. 

"Nou..." begon de mevrouw. "Er staat 'schildpad' in het paspoort... Maar het is toch écht een kat!"



(Opmerking: 'Schildpad' is naast een diersoort, ook een benaming voor een kat met twee kleuren vacht: rood en zwart.)

Nachtelijke gebitssanering

Het was al bijna half 12 's avonds toen ik door de zijdeur de praktijk in stormde. Daar trof ik mijn beide collega-dierenartsen aan die druk bezig waren om de operatiekamer voor te bereiden.

Die avond had ik namelijk een hondje met plotselinge buikpijn op consult gekregen. Ik had de eigenaren al gevraagd of de hond wel eens vreemde voorwerpen at of dat ze misschien voorwerpen misten, toen vijf minuten later eindelijk het hoge woord eruit kwam... Het hondje, nog geen zeven kilo,  had vier dagen geleden een satéetje inclusief houten prikker naar binnen gewerkt. Op mijn vraag waarom ze niet eerder naar een dierenarts waren geweest moesten ze me het antwoord schuldig blijven.

In eerste instantie hadden we voor de volgende dag een echo van de buik ingeroosterd. Echter, om 22.00 werd ik gebeld dat de hond plotseling nog pijnlijker werd. Het risico dat de satéprikker de maagwand zou perforeren werd te groot en ik riep de hulp in van mijn collega om op dit late tijdstip nog een echo te maken. Daarop werd duidelijk dat er inderdaad een satéprikker in de maag aanwezig was en dat een operatie niet lang op zich kon laten wachten.

En terwijl we daar met z'n drieën bezig waren om in het holst van de nacht een spoedoperatie uit te voeren, zei mijn collega opeens: "Oh, je raadt trouwens nooit wat ze nog aan me vroegen". Nieuwsgierig keek ik haar aan. "Of we ook nog even z'n tandjes wilden schoonmaken!"

Ik keek op de klok, die inmiddels aangaf dat een nieuwe dag was begonnen en schudde mijn hoofd...

dinsdag 24 september 2013

Laten braken

"Dan ga ik nu uw hond een injectie geven waarmee we het braken opwekken" legde ik uit aan de eigenaresse. Haar hond had zich net tegoed gedaan aan een grote hoeveelheid chocolade wat, doordat het de stof theobromine bevat, potentieel gevaarlijk kan zijn.

Ietwat glazig staarde ze me aan om vervolgens te vragen: "Maar kunt u niet gewoon uw vinger in zijn keel steken?" 

Ik keek naar de vervaarlijk flikkerende tanden in de bek van de hond. "Ehm... nee".