maandag 29 augustus 2016

Eerlijkheid duurt het langst



Met haar zonnebril nog op stapt de vrouw mijn spreekkamer binnen. In haar kielzog heeft ze haar Labradoodle Duke en een dochtertje van een jaar of tien. Het meisje is nog niet binnen of ze roept uit: "Gadver! Het ruikt hier vies!" Ik wil uitleggen dat dat komt door de ontsmettingsmiddelen die we gebruiken. Maar daar krijg ik de kans niet voor, want ze wijst naar mij en gaat verder: "Jij hebt een streep op je voorhoofd, en je haar zit stom."

Een beetje verbouwereerd werp ik een blik in het weerspiegelende raam . Ik zie dat het operatiemutsje van daarnet inderdaad een afdruk op mijn voorhoofd heeft achtergelaten en tevens ervoor heeft gezorgd dat mijn haar een beetje warrig oogt.

Haar moeder kijkt bijna vertederd naar haar dochter en zegt dan tegen mij. "Is het niet héérlijk hoe oprecht en eerlijk kinderen kunnen zijn?" Ik heb daar zo mijn eigen gedachten over maar besluit het maar zo te laten en me op mijn patiënt te richten.

Wanneer ik haar vraag om hond Duke op tafel te tillen, richt de vrouw zich tot de assistente die toevallig iets in de spreekkamer komt pakken en zegt: "Kun jij dat niet even doen? Duke is in de rui en dit is een vrij kostbare jas". Ik werp de assistente een veelbetekenende blik toe als we samen de hond op tafel zetten.

Gelukkig voor Duke is er niet veel aan de hand. Hij schuurde al een tijdje met zijn kont over de grond en dat blijkt het gevolg van overvolle anaalklieren. Een probleem wat ik gelukkig snel verholpen heb.

De vrouw is erg opgelucht met deze diagnose, ze vertelt me dat ze bang was dat hij last van wormen had. Ik wil net vertellen dat wormen bij de hond zelden jeuk veroorzaken, als haar dochter tussenbeide komt en zegt "Ja, net zoals wij laatst thuis allemaal last van wormpjes hadden, he mam!"

De vrouw heeft haar zonnebril nog steeds op, maar ik voel dat ze haar dochter vernietigend aankijkt. Ik vrees dat ze de eerlijkheid en oprechtheid van haar kind op dit moment een stuk minder waardeert.


Nooit meer een blog missen? Volg me dan op Facebook!










maandag 15 augustus 2016

De collega dierenarts



Volgens mijn agenda is de volgende patiënt een oudere kat genaamd Lizzy. Als reden voor de afspraak heeft de assistente genoteerd 'Eigenaar vindt de kat de laatste tijd wat rustiger'.

Dat blijkt een understatement te zijn. Wanneer ik de oudere man de spreekkamer binnenroep, draagt hij een kartonnen doos met daarin de kat. Routinematig werp ik een eerste blik op mijn patiënt en schrik een beetje van wat ik zie. Want de kat ligt zo goed als levenloos in de doos. Het is dat ik nog de ademhaling zie, want anders had ik gedacht dat ze al dood was.

Als ik kat Lizzy voorzichtig uit de doos til om haar te wegen, doet ze eventjes haar ogen open. Maar als ik haar op de behandeltafel zet, zakt apathisch ineen en blijft lusteloos op de tafel liggen. Je hoeft geen dierenarts te zijn om te zien dat hier iets helemaal mis is.

Om erachter te komen wat er aan de hand is, begin ik met een grondig lichamelijk onderzoek en ondertussen stel ik de eigenaar allerlei vragen over Lizzy. Op mijn vraag wanneer ze voor het laatst gevaccineerd is, antwoordt hij dat hij de kat een half jaar geleden nog zelf gevaccineerd heeft. "Maar dat kan helemaal niet." zeg ik een beetje ongelovig. "Alleen dierenartsen mogen dieren vaccineren."

Als hij vervolgens vertelt dat hij zelf dierenarts is, valt mijn mond open van verbazing. De man is ver in de zeventig en niet meer werkzaam in de praktijk. Maar zeker iemand die jaren als dierenarts heeft gewerkt, had toch al eerder moeten inzien dat er iets totaal niet goed gaat met zijn huisdier.

Als ik even later sta te wachten op de uitslag van Lizzy's bloedonderzoek, vertel ik vol ongeloof het verhaal aan een van de assistentes. Die kijkt een beetje bedenkelijk en zegt dan: "Ik heb het idee dat ik dit verhaal al een keer eerder heb gehoord. Dat ging ook over een oude dierenarts wiens dier meer dood dan levend was."

Ik loop naar de dichtstbijzijnde computer en zoek in het patiëntensysteem. "Je hebt gelijk!" zeg ik vol verbazing tegen de assistente. De eigenaar van Lizzy is ruim een jaar geleden bij mijn collega geweest met zijn Yorkshire terriër. In het verslag lees ik dat de hond er destijds zo slecht aan toe was dat we hem direct hebben laten inslapen.

Voor Lizzy blijkt de situatie helaas niet veel beter. Wanneer het bloedonderzoek klaar is blijkt ze in een zeer vergevorderd stadium van suikerziekte te verkeren. Ik bespreek de uitslag met haar eigenaar en leg uit dat we met een intensieve therapie misschien nog iets voor haar kunnen betekenen, maar dat ik haar kansen gering inschat.

Dan vertelt de bejaarde man over hoe hij in zijn eentje de zorg draag voor zijn terminaal zieke broer. En dat hij daardoor misschien wel wat te laat doorhad hoe slecht zijn kat er eigenlijk aan toe was.

Hoewel het de situatie voor mij niet goed praat, verheldert het voor mij wel een hoop. Het is een trieste situatie die alleen maar verliezers kent.

Nooit meer een blog missen? Volg me dan op Facebook!