maandag 26 mei 2014

Griezelen



Leonore legt de telefoon neer en kijkt me met een vies gezicht aan. "Er komt zo een maden-konijn aan". Dan is het mijn beurt om vol walging op te kijken. "Ah nee, echt?

Als dierenarts raak je door de jaren heen op sommige vlakken een beetje afgestompt. Bloed, pus, urine... het doet me vrij weinig. Maar er is één ding waarvan ik weet dat de meeste dierenartsen er oprecht van moeten griezelen: konijnen met myiasis. Ook wel maden-infectie genoemd. Letterlijk de nachtmerrie van menig dierenarts (en konijn...).
Bij warm weer worden vliegen aangetrokken door de ontlasting die bij konijntjes soms onder de staart blijft plakken. Deze vliegen leggen vervolgens eitjes waaruit maden komen. En die maden hebben honger en vreten vervolgens het konijn letterlijk met huid en haar op.

Elke keer als ik weer met zo'n konijn geconfronteerd word, weet ik wat me te wachten staat. Maar toch gaat er elke keer weer een vlaag van walging door me heen als ik het konijn oppak om onder staart te kijken. Al die vieze maden, die al rondkrioelend een gat in het konijn hebben gevreten. Het beeld zou niet misstaan in een slechte horrorfilm. 

Ik houd mijn gezicht professioneel in de plooi en verman me. Ik probeer de schade in te schatten en bespreek prognoses en behandelopties met de eigenaren. Die overigens niet zelden óók in shock verkeren van wat ze net hebben gezien. 

En daar sta je dan, samen met de assistente met een pincet alle maden uit het wondgebied te plukken. Ik denk terug aan het meisje wat laatst op een feestje tegen me zei "Ben je dierenarts? Dat lijkt me nou zo'n mooi beroep!" 

Ze moest eens weten.

dinsdag 20 mei 2014

Bedankkaartjes

Mijn telefoon bliept om aan te geven dat er een berichtje is binnengekomen. Het blijkt van een van de assistentes te zijn. Mique, er ligt op de praktijk een kaartje en een kado voor je heeft ze getypt. Aangekomen op de praktijk open ik nieuwsgierig de envelop waarop in een keurig handschrift mijn naam staat geschreven. Uit de envelop komt een zelfgemaakte kaart met bloemen en vlinders, het pakje bevat een doos vol chocolaatjes. Het kaartje en de chocolade blijken van mevrouw van Veen te zijn, een oudere dame wiens bejaarde teckeltje ik laatst heb laten inslapen. In haar kaart bedankt ze me voor de goede zorgen en de steun tijdens de euthanasie.

Ondanks dat ik niet het sentimenteelste type ben, ontroert het me toch een beetje wanneer ik bedankkaartjes van eigenaren krijg. Het feit dat iemand de moeite heeft genomen om mij een kaartje te sturen vind ik toch wel bijzonder. Ik gooi deze kaartjes dan ook niet weg, alle kaartjes die ik tot nu toe heb ontvangen heb ik allemaal bewaard. En heel soms, als ik echt een rotdag op mijn werk heb gehad en serieus overweeg om een kantoorbaan te nemen, dan haal ik de kaarten uit de lade waarin ik ze bewaar. Ik lees dan de kaartjes en realiseer dan dat ondanks de minpuntjes die het vak soms kan hebben, het toch het tofste beroep ter wereld is.

maandag 12 mei 2014

Met ingehouden adem


Voorzichtig scheer ik de vacht van de pup die door assistente Annika wordt vastgehouden. Ondanks het gezoem van het scheerapparaat reageert het beestje nauwelijks, hij is te zwak. Vervolgens ontsmet ik het geschoren gebied met alcohol en tuur naar het pootje. Langzaam zie ik een ragfijn blauw streepje verschijnen, het bloedvat waar ik straks een infuusnaald in moet aanbrengen. Kijkend naar het dunne streepje zakt de moed me een beetje in de schoenen. Zelfs de kleinste maat infuusnaald lijkt twee keer zo breed als het bloedvat waarin hij moet. Maar als het me niet lukt dan dalen de vooruitzichten voor het hondje, die toch al niet zo denderend waren, nog verder.

"Kom op Mique, je kan het!" spreekt assistente Annika me bemoedigend toe. Maar zij weet net zo goed als ik dat een infuus aanleggen bij een uitgedroogd hondje van nog geen kilo, geen makkelijke taak is. Ik pak het pootje en prik de naald door de huid richting het bloedvat. Gespannen kijk ik naar het venstertje van de infuusnaald of ik daar al bloed zie verschijnen.
Niets.
Voorzichtig trek ik de naald terug en doe een tweede poging. Wederom zonder resultaat. Maar bij de derde keer zie ik warempel een minuscule druppel bloed in het venster verschijnen. Alleen nu komt het lastigste gedeelte, het opschuiven van de katheter in het bloedvat. Terwijl ik geconcentreerd de handeling uitvoer, merk ik dat de assistente ook van spanning haar adem inhoudt. Pas wanneer de katheter goed vastgeplakt zit aan het pootje durven we pas uit te ademen. Het is ons gelukt!