maandag 30 juni 2014

Ga dan dood!

Met een geschrokken gezicht draagt de eigenaar het hondje Puck naar binnen. De ruwharige teckel is vanmiddag door mijn collega geopereerd. Echter, tien minuten geleden werd ik door de eigenaar opgebeld omdat er bloed uit de operatiewond kwam. Hoewel dit zo af en toe voorkomt door een bloedend vaatje in de huid, wil ik de teckel voor de zekerheid toch even zien.

Wanneer Puck op tafel staat, leg ik aan de eigenaar uit dat ik de wond wil inspecteren. Het bloedt toch vrij flink en ik ben er niet helemaal gerust op. Als ik haar samen met de assistente behendig op haar zij wil leggen zegt de eigenaar:  "Oh maar dat kan ze op commando hoor!"

Tegen beter weten in - op de behandeltafel zijn honden hun kunstjes vaak acuut vergeten - laten de assistente en ik de hond los.

"Dood! Ga dood! Puck! Ga dood!" roept de eigenaar. Ik kijk naar de hond, het bloed op de tafel, en denk stilletjes: "Nou, doe maar niet hoor...".

dinsdag 24 juni 2014

Zo baas, zo hond



Met een zucht legt assistente Lilian de telefoon neer. "Dan denk je dat je alles onderhand toch al eens hebt meegemaakt, en toch zijn er altijd weer mensen die je weten te verbazen..." Ik schuif haar een kop thee toe en vraag wat er gebeurd is.

Na een flinke slok thee steekt Lilian van wal. Zojuist sprak zij met de eigenaresse van de Labradoodle pup Bente. Deze mevrouw was flink van streek, want ze had zojuist een aambei ontdekt bij de vijf maanden oude pup. Nou komen aambeien bij honden eigenlijk niet voor, dus Lilian was -terecht- een beetje sceptisch geweest over deze zelfdiagnose.
Maar de eigenaresse was overtuigd dat het een aambei was. Want, zo vertelde ze zonder enige gêne tegen Lilian, zelf had ze ook aambeien en die zagen er precies zo uit! En in afwachting van de afspraak had ze er ook alvast even wat van haar eigen aambeienzalf opgesmeerd.

"Sorry hoor,  maar zoiets vertel je toch niet zomaar!" grinnikt Lilian tegen mij. Ik scroll ondertussen door de agenda en zie dat Lilian haar bij mijn avondafspraken heeft ingepland. Ik zucht en hoop stilletjes dat ze vanavond mij haar persoonlijke details zal besparen.

Bron foto




maandag 16 juni 2014

Een onsje meer?


Op een nascholing raak ik tijdens de pauze aan de praat met collega Eline. Door de enthousiaste spreker is het programma een beetje uitgelopen en hebben we maar een klein kwartiertje om te lunchen. Snel pikken we wat broodjes van het buffet en zoeken we een plekje aan de sta-tafels. Hoewel we een beetje moeten dooreten, weerhoud het er ons niet van om verhalen uit de praktijk uit te wisselen.

Op een gegeven moment gaat het erover dat we toch wel vaak te dikke huisdieren zien. Ik merk op dat ik mensen met een slanke hond of kat daarom altijd een complimentje geeft. Eline kijkt bedenkelijk. "Nou, daar moet je dus ook een beetje mee oppassen. Ik had laatst tegen een eigenaar van een labrador gezegd dat de hond wel íetsje zwaarder mocht. Nou, dat heb ik geweten... Toen hij na een jaar weer voor de enting kwam, was hij van 34 kilogram maar liefst 54 kilo gegaan!"


zaterdag 14 juni 2014

Slechte timing


Met een glaasje cola en mijn dienstmobiel in mijn hand geklemd, sta ik met vrienden op het steeds drukker wordende plein. Om ons heen verzamelen steeds meer Oranje fan zich voor het grote scherm. "Pfoe, had niet gedacht dat het zo druk zou worden. Straks hoor ik mijn mobiel niet als ik opgeroepen wordt" zeg ik tegen mijn vrienden. "Anders klem je 'm in je bh, staat misschien een beetje ordinair maar je voelt het wel duidelijk als hij afgaat." oppert een van de meiden. "Trouwens, wie gaat nou bellen als Nederland een WK-wedstrijd speelt?"Ik volg haar advies op en weiger het biertje dat me wordt aangeboden, drinken tijdens de dienst is helaas geen goed idee.

Ondanks dat de telefoon dicht tegen mijn lichaam geklemd zit, check ik regelmatig of ik toch geen gemiste oproepen heb. Maar de telefoon blijft stil. Dan, net voor de rust, voel ik de Nokia opeens trillen. Terwijl ik me uit de menigte worstel zeg ik tegen de persoon aan de andere kant van de lijn "Momentje hoor, loop even naar een rustigere plek." Terwijl ik de mensenmenigte uitloop voel ik opeens de spanning stijgen. Nog geen seconde later ontploft het plein met gejuich en getoeter. Als ik omkijk zie ik in de herhaling hoe van Persie de eerste goal tegen Spanje scoort.

Terwijl het bier door de lucht vliegt en de mensenmassa op-en-neer springt, denk ik bij mezelf "Gelukkig maar dat ik geen échte voetbalfan ben."



maandag 9 juni 2014

Snuffelstagiaire


In de spreekkamer hangt een meisje van een jaar of zeventien rond in een van onze witte jassen. "Hee Annika, wie is dat nou weer?" sis ik zachtjes naar mijn collega. We hebben zo regelmatig stagiaires dat ik soms een beetje de draad kwijtraak. "Een middelbare scholiere, Fleur ofzo, ze loopt een dagje mee . Ik geloof dat ze het via Constance geregeld heeft" antwoordt Annika.

Onbewust moet ik terugdenken aan al die keren dat ik als middelbare scholier of beginnend diergeneeskunde student meeliep met een dierenarts. Ik vond alles machtig interessant en zelfs een standaard ent-consult was reuze spannend, de dag vloog altijd voorbij.

Constance doet die ochtend de afspraken terwijl ik me over het operatie-programma ontferm. Elke keer als ik tussendoor even de spreekkamer inloop, valt het me op dat de stagiaire schijnbaar verveeld tegen de muur geleund staat. Enig enthousiasme is zo op het oog niet te bespeuren.

Wanneer ik 's middags de afspraken van Constance overneem, neemt ze me even apart. "Sorry dat ik je nu die Fleur in de maag splits. Ze is de dochter van iemand uit mijn wielrenclubje dus ik kon er eigenlijk niet onderuit. Maar ik vraag me wel af of ze dierenarts wil worden. Als ze het al leuk vindt, dan weet ze het goed te verbergen..."

Tijdens de eerste afspraak die middag leg ik aan de eigenaar even uit dat Fleur een dagje mee loopt. Geïnteresseerd vraagt de vrouw haar "Zo, dus jij wilt dierenarts worden?". Op een nuffige toon antwoord Fleur: "Ja, ik doe gymnasium en ja dierenarts leek me wel leuk. Ik heb zelf ook een paard en een kat. Maar ja bedrijfskunde studeren lijkt me ook wel interessant hoor." Haar toon staat me dan al niet aan, maar later zou blijken dat het ergste nog moest komen...

Later die middag sta ik een slecht nieuws gesprek te voeren met de eigenaresse van een bejaarde Beagle. Ze heeft het hondje nooit laten steriliseren en nu zit er een enorme melkkliertumor bij haar buik. De hond hoest regelmatig dus ik ben bang voor uitzaaiingen naar de longen en samen besluiten we wat nu het beste plan is. Terwijl ik dit moeilijke gesprek voer, zie ik in mijn ooghoek opeens iets gebeuren. Fleur hangt niet alleen ongeïnteresseerd tegen de muur, ze heeft ook nog haar smartphone erbij gepakt.
Ik excuseer me bij de eigenaar, en zeg met een stem die trilt van woede "Fleur! Loop jij even met mij mee?". Op de gang aangekomen merk ik dat niet alleen mijn stem, maar mijn hele gezicht trilt van woede. Ik heb zin om haar een klap in haar zelfgenoegzame gezicht te geven, maar beheers me.

"Waar ben jij mee bezig! Ik ben hier een gesprek over leven en dood aan het voeren met een eigenaar en jij hang ongeïnteresseerd tegen de muur op je mobieltje te kijken? Dat kun je toch niet maken?"
Blijkbaar is het kind niet gewend om terechtgewezen te worden want ze is even van haar a propos. Maar ze herstelt zich snel en murmelt iets over een foto willen maken.

Ik bijt haar toe dat het me niet erg netjes lijkt om zonder toestemming foto's van patiënten te maken. Er komen wat halfslachtige excuses en we keren terug naar de spreekkamer. Na afronding van het consult zie ik dat er nog een consult met een puppy en een röntgenfoto op het programma staan. Een leuk programma voor iemand die een dagje meeloopt.

Fleur denkt daar blijkbaar anders over. Luchtig zegt ze: "Nou bedankt dat ik mocht meelopen, ik ga er weer eens vandoor. Moet nog naar mijn paard". Ik ben zo met stomheid geslagen dat ik niet eens een weerwoord meer kan uitbrengen.



maandag 2 juni 2014

IJsjes tussen de lijken


Het is een mooie zonnige dag wanneer ik van de ene vestiging naar de andere rijd. Nog een uurtje afspraken daar doen en dan is het weekend. Tijdens een korte tussenstop bij het tankstation valt mijn blik op de vriezer vol ijsjes. Ik kan me niet inhouden en neem twee Festini's met perensmaak mee. Eentje voor assistente Daphne en natuurlijk ook eentje voor mijzelf. Gisteren was een hectische dag, dus wij hebben wel een ijsje verdiend.

Op de praktijk aangekomen kijk ik op de klok. Mooi! Nog een kwartiertje voordat de afspraken beginnen, dus tijd genoeg om van van onze ijsjes te genieten. Blij tover ik de Festini's te voorschijn en zwaai er mee naar Daphne. Die kijkt blij maar zegt vervolgens serieus: "Oh, nou we moeten eigenlijk gelijk aan de slag. Er is net een hond binnengekomen met een grote scheur in het zoolkussen. Het bloed als een malle, de wachtkamer ziet er al uit alsof er een massamoord heeft plaatsgevonden."

Een beetje beteuterd kijk ik naar de ijsjes in mijn hand. Tegen de tijd dat we deze patiënt afgerond hebben, zullen de Festini's veranderd zijn in een plasje zoete drab. Daphne ziet mijn gezicht en lijkt een idee te hebben. "Waarom bewaren we ze niet even in de vriezer?" "Onze koelkast heeft geen vriesvak" zeg ik. "Nee, ik bedoel die in de schuur!" antwoord ze. 

In de schuur staat inderdaad een enorme vriezer. Deze is alleen niet bedoeld voor het bewaren van ijsjes maar voor de opslag van overleden dieren. Ik kijk haar aan, "Tussen de lijken?" "Ach ja, die zitten in hermetisch afgesloten zakken en onze ijsjes zijn toch ook verpakt? Trouwens ik leg ze wel ergens aan de zijkant.

Hoofdschuddend kijk ik toe terwijl Daphne met de twee ijsjes naar de schuur vertrekt.