maandag 28 maart 2016

Een dierbaar bezit



Als dierenarts is het hebben van een sterke maag over het algemeen geen overbodige luxe, zo ook deze ochtend. De tweede afspraak is namelijk een Boerboel die een konijnen-knuffel heeft opgegeten. Uit de röntgenfoto blijkt dat de knuffel nog in de maag zit, dus ik besluit om de hond te laten braken. Dit in de hoop dat het knuffeltje er op deze manier uit komt en we niet tot chirurgie over hoeven te gaan.

Niet veel later sta ik samen met de eigenaresse van Beer en haar dochtertje in de spreekkamer. Een deel van de vloer heb ik al afgedekt met absorberende matjes als ik hem een injectie geef om het braken op te wekken. Het duurt niet lang voordat Beer zich zichtbaar misselijk begint te voelen.

Wanneer niet veel later de maaginhoud van Beer het afgedekte deel van de vloer is terechtgekomen, blijkt ook het knuffelkonijntje meegekomen te zijn. "Yes!" roept de vrouw uit de grond van haar hart. "Ze is eruit!" Ik bedenk dat ik toch best een bijzonder beroep heb. Want in welk vak maak je nou mee dat mensen boven een berg braaksel staan te juichen?

Blij met de goede afloop wil ik troep opruimen, als de vrouw opeens "Wacht!" uitroept. Ik kijk haar verbaasd aan. "Zou ik het knuffeltje toch mee naar huis kunnen nemen?" vraagt ze, terwijl ze een beetje bloost. Ik kijk bedenkelijk naar het knuffeltje tussen de half verteerde voedselresten. "Is dit de lievelingsknuffel van uw dochter?" vraag ik terwijl ik met een handschoen voorzichtig het afgeknuffelde konijntje uit de viezigheid vis en in een plastic zakje doe. De vrouw kleurt nog een tint roder en zegt met zachte stem een beetje beschaamd: "Nee. Pluisje is van mij..."


Nooit meer een blog missen? Volg me dan op Facebook!


Bron afbeelding

zondag 20 maart 2016

In paniek



Als ik de telefoon opneem, duurt het even voordat ik de vrouw aan de andere kant van de lijn goed kan verstaan. De eerste dertig seconden hoor ik namelijk alleen maar een heftig snikken. Als ze zich uiteindelijk een beetje herpakt heeft, begrijp ik uit haar verhaal dat haar kat Pommie plotseling niet meer kan lopen.

Ik schat in dat het nu niet heel zinvol is om telefonisch meer informatie uit haar te krijgen. Dus vraag ik haar om direct naar de kliniek te komen, maar druk haar wel op het hart om voorzichtig te doen op de weg. Want aan haar stem te horen zou ze het liefst met 100 km/h naar de praktijk scheuren.

Een kwartier later staat ze met haar dochter in mijn spreekkamer, het mandje met de jonge kater Pommie houdt ze stevig tegen haar borst geklemd. De dikke mascara-strepen op haar wangen verraden dat er al menig traan gevloeid is.

De kat is duidelijk minder van slag, want wanneer ik het deurtje van het mandje open maak, steekt hij brutaal zijn kop eruit. Nog voordat ik hem kan pakken, komt hij zelf al het mandje uit lopen en kijk op zijn gemak een beetje om zich heen.

Eenmaal uit het mandje observeer ik de kat die voor mij op de tafel staat. De ondervoet van zijn linker achterpoot is flink gezwollen en het is duidelijk dat hij daar liever niet op staat. De kat is flink kreupel, maar toen mij aan de telefoon werd verteld dat hij niet meer kon lopen had ik me eigenlijk toch iets ernstigers voorgesteld.

Terwijl ik samen met de assistente de poot onderzoek vinden we twee kleine gaatjes. Precies het formaat van de hoektanden van een andere kat. Op dat moment begint de vrouw hartverscheurend te snikken. Een beetje verwonderd kijk ik op. "Ze is bang dat hij ingeslapen moet worden" verduidelijkt de dochter het verdriet van haar moeder.

Aangezien kat Pommie enkel een ontstoken poot  heeft als gevolg van een bijtwond en verder blaakt van gezondheid, lijkt me dat niet bepaald aan de orde. Dus ik leg zijn eigenaresse uit wat er aan de hand is, en dat we dit over het algemeen prima kunnen genezen met antibiotica en pijnstilling. Beetje bij beetje lijkt ze een wat meer gerustgesteld te worden. Nadat alle instructies over de medicatie doorgenomen zijn, nemen we afscheid.

Maar net voordat de deur van de spreekkamer dichtvalt, draait de vrouw zich nog een keer om, kijkt me doordringend aan en vraagt nog een steeds beetje ongelovig: "Dus hij gaat écht niet dood?"


Nooit meer een blog missen? Volg me dan op Facebook!


zondag 6 maart 2016

De boom in



Wanneer ik naar de balie loop om iets te pakken, hoor ik dat assistente Renate in discussie is met een eigenaresse. De vrouw heeft namelijk haar kat uit zijn transportmandje gehaald en op schoot genomen. Ik hoor assistente Renate nog een keer geduldig uitleggen dat het toch écht verstandiger is om Max veilig in zijn mandje te houden. Maar de eigenaresse wil niets weten van haar goedbedoelde advies. "Max is mijn allergrootste vriend, en ik de zijne. Hij zou nooit bij mij wegrennen."

Terwijl ik achter de balie driftig in de lades zoek naar het juiste laboratorium-formulier, gaat de voordeur open. Een man en zijn jonge en overenthousiaste bouvier Sep komen naar binnen. Wanneer de hond nog in de deuropening staat, krijgt hij de kat in het oog en blaft opgewonden. Maar kat Max deelt zijn enthousiasme niet. Sterker nog, de kat raakt compleet in paniek en wil maar één ding: vluchten!

Met open mond sla ik vanachter de balie het tafereel gade. De eigenaresse van Max probeert de kat stevig tegen zich aan te klemmen en wordt daarbij flink opengehaald en - aan haar kreten te horen -  zelfs enkele keren gebeten. Wanneer de kat zich uit haar greep heeft gewurmd, rent hij via de nog openstaande deur naar buiten. Samen met Renate ren ik achter hem aan in een poging om hem te pakken te krijgen. Maar we zien nog net hoe Max in een hoge boom verdwijnt.

Daar staan we dan, in de stromende regen. Terwijl we Max steeds hoger en hoger in de boom zien klimmen. Nadat ze een veelbetekenende blik op de eigenaresse van Max heeft geworpen, loopt Renate naar binnen en verzucht: "Ik ga de brandweer wel bellen."




Nooit meer een blog missen? Volg me dan op Facebook!