"Ach poppetje, vind je het niet leuk?" kir ik met een overdreven vrolijke stem tegen de kat waarvan ik bloed probeer af te nemen. De kat lijkt het inderdaad niet leuk te vinden want ze blaast en laat een bek vol vlijmscherpe tanden en kiezen zien. Op het zelfde moment wissel ik een snelle blik uit met de assistente die van losjes vasthouden naar een wat stevigere greep gaat. "Ach ja, is ook helemaal niet leuk hé poezebeest, dat bloedprikken" spreekt ze de kat met dezelfde vrolijke stem toe.
Ik doe een tweede poging om rustig het stuwbandje aan te brengen wanneer de kat gericht een klauw met vijf vlijmscherpe nagels naar mij probeert uit te slaan. "Ach jee, je hebt er echt geen zin hé meisje" kwetter ik op blije toon tegen de kat.
Ondertussen zit ik in het bloedvat en heb bijna de benodigde hoeveelheid bloed. Maar de kat is echter nog steeds niet van plan om mee te werken en begint zich heftig uit de greep van de assistente los te worstelen. Ook zij heeft gezien dat ik nog niet voldoende bloed heb en houdt de kat nog een stukje steviger vast. Terwijl ik haar knokkels wit zie worden, blijft ze de kat lieflijk toespreken "Nog even stilzitten snoes, we zijn er echt bijna!" "Ja kleintje, nog héél even" vul ik aan.
In mijn hoofd denk echter hele andere dingen over deze kat, die rechtstreeks door Satan gestuurd lijkt te zijn. Maar eigenaren zien niet graag dat hun liefste huisdier vermanend of boos door de dierenarts en haar assistente wordt toegesproken. Dus spelen de assistentes en ik elke keer weer dit zelfde toneelstukje waarbij we voor de eigenaar doen alsof er helemaal niets aan de hand is.
Als het bloedbuisje vol zit, klik ik snel het stuwbandje los en verwijderd de naald. De assistente wacht tot mijn ledematen op veilige afstand zijn en laat vervolgens de kat los. Ik zie hoe ze, onzichtbaar voor de eigenaar, haar verkrampte handen probeert te ontspannen.
Reageer op dit bericht