maandag 24 februari 2014

Nokia-tune

Mijn diensttelefoon is een simpele Nokia. Je weet wel, zo'n telefoon waarmee je - ook nadat je 'm drie keer van de trap hebt laten stuiteren - altijd probleemloos kan bellen en sms'en. Met een accu die met een gemak een week meegaat. En mijn Nokia heeft nóg een groot voordeel: het profiel 'buiten'. Een functie waarmee je telefoon heel hard overgaat en trilt wanneer je gebeld wordt. Handig, omdat je zo geen oproep mist wanneer je tijdens je weekenddienst boodschappen aan het doen bent in een supermarkt vol dreinende kinderen. En hoe diep ik ook slaap tijdens mijn nachtdienst, de Nokia krijgt me wel wakker.

Het gevolg hiervan is alleen dat in mijn hoofd de Nokia-tune onlosmakelijk verbonden is met naderend onheil. Iets waar ik tijdens mijn laatste vakantie nogal mee geconfronteerd werd. Samen met een goede vriend was ik op citytrip in Istanbul. Nu is Istanbul een moderne metropool waar smartphones net zo ingeburgerd zijn als bij ons. Toch bezit een aanzienlijk deel van de inwoners nog een Nokia, die ze blijkbaar ook graag op profiel 'buiten' zetten.

Dus zo gebeurde het dat ik meerdere malen per dag de schrik me om het hart sloeg omdat weer ergens keihard ergens de Nokia-tune klonk. Toen ik voor de zoveelste keer die vakantie reflexmatig mijn dienstmobiel uit mijn tas wilde vissen bij het horen van het overbekende melodietje was ik het zat en gromde tegen mijn reisgenoot: "Het eerste wat ik bij thuiskomst doe is mijn ringtone veranderen!"

dinsdag 18 februari 2014

Kantoorhumor

De dierenartsenpraktijk waarin ik werk is een drukke praktijk waarin hard gewerkt wordt. Maar natuurlijk is er tussen al het harde werken door ook heus wel tijd voor wat 'kantoorhumor'. Of moeten we het prakijkhumor noemen?

Zo was het een tijd terug onder collega's een sport om stiekem vreemde of moeilijke nep-patiënten in de agenda van je collega te plannen. Om vervolgens gniffelend de reactie van de desbetreffende collega af te wachten.

Collega Constance had bijvoorbeeld opeens "Vis Blub - Zwemt op zijn zij" bij haar middag-afspraken staan. Tijdens de pauze zat ze hardop te mokken over deze afspraak: "Wat moet ik nou met een vis? Wat weet ik nou van vissen? Wie heeft die afspraak gemaakt?" Tot ze erachter kwam dat Blub de vis helemaal niet bestond maar een grapje van collega Marjolein en assistente Leonore was.

Toen een aantal dagen later bij de ochtendafspraken van Marjolein een fret met kiespijn ingeroosterd stond wist ik wel hoe laat het was. Het is namelijk algemeen bekend dat Marjolein stiekem een beetje bang is voor fretten en hun scherpe tandjes. Dus het vooruitzicht op een grondige gebitsinspectie bij zo'n beestje was voldoende om haar de hele ochtend een beetje nerveus te maken. 1-1 voor Constance.

Zelf kon ik natuurlijk op mijn vingers natellen dat ik natuurlijk ook niet gespaard zou worden. Maar mijn collega's hielden zich strategisch een aantal dagen koest voordat ze mij in de val lieten lopen.

En zo kwam het dat ik op een drukke vrijdagmiddag op het punt stond om naar de andere vestiging te rijden om daar de laatste afspraken te doen. Het programma stond aardig vol en tussen de afspraken stond ook een oud ongesteriliseerd teefje dat duidelijk meer dronk en andere vage klachten had. Gelijk begonnen er alarmlichten in mijn hoofd te knipperen. Het zou toch geen baarmoederontsteking zijn? Want ik stond er alleen voor en had geen collega's meer om ter bevestiging een echo te maken. Daarnaast had ik destijds ook nog niet genoeg ervaring om deze spoed-operatie in mijn eentje uit te voeren. Vanuit de auto instrueerde ik per telefoon de assistente om de bloed-analyzers alvast aan te zetten en werkte in mijn hoofd al een heel plan van aanpak voor deze spoedpatiënt uit.

Terwijl ik de praktijk binnenstormde vroeg ik ietwat nerveus aan de assistente of de patiënt al gearriveerd was. Toen ze me grijnzend aankeek wist ik gelijk hoe laat het was...
De rest van de middag werkte ik rustig mijn patiënten af. Maar in mijn hoofd zinde ik alweer op wraak!

maandag 10 februari 2014

Ontsnapt!

"Mique! Doe snel de deur weer dicht!" klonk de stem van assistente Leonore toen ik via de zijdeur de praktijk binnenkwam. Ik sloot gauw de deur en vroeg haar wat er aan de hand was. "Er is een kat uit de opname ontsnapt" zei ze zachtjes zodat de klanten in de aangrenzende wachtkamer het niet konden horen. "Niet!" riep ik uit "Wat is er gebeurd?" Leonore slaakte een zucht "Angela...".
Angela was onze stagiaire paraveterinair op dat moment. Een leuke gemotiveerde meid met één slechte eigenschap, het was al meerdere malen gebeurd dat ze de hokjes van de opnamepatiënten niet goed had afgesloten. Tot nu toe waren de katten te bang geweest om een ontsnappingspoging te wagen, maar deze keer was het blijkbaar minder goed afgelopen.

"Ze heeft gisteren als laatste de opname patiënten eten gegeven, en vanochtend stond het hokje van Nero open. We hebben de opname al drie keer uitgekamd, maar daar zit hij niet. Dus...". Leonore maakte haar zin niet af maar ik wist wat dat betekende. Óf de kat zat nog ergens in de praktijk verstopt óf hij was naar buiten geglipt. Dat laatste zou echt een ramp zijn want hoe leg je zoiets uit aan de eigenaar?

Ondertussen was er een grootscheepse zoekactie binnen de praktijk opgezet. Alle dierenartsen en assistentes keerden het gebouw binnenstebuiten. Toen Nero daar niet te vinden was verplaatsten we ons naar de zolder. Een donkere ruimte met onze voervoorraad, zware archiefkasten en vooral veel onbereikbare hoekjes. Vind daar maar eens een zwarte kat. Ik keek op de klok die tien voor negen aangaf. "De eigenaresse gaat zo om negen uur bellen of hij al naar huis mag, wat moeten we dan zeggen? Sorry mevrouw maar we zijn hem nog even aan het zoeken?" piepte ik een beetje benauwd tegen mijn baas Ron. Nou is Ron niet het type wat snel in paniek raakt, maar ook hij keek toch bezorgd. "Dat zien we dan wel weer" antwoordde hij een beetje nors.

Net toen iedereen de moed begon op te geven en het ergste vreesde maakte assistente Dapnhe een snoekduik onder een pallet met zakken voer. "Hebbes!" In haar hand had ze de ietwat stoffige Nero. De kat werd veilig weer in zijn hokje teruggezet, en nadat driedubbel was gecheckt of het deurtje goed was gesloten ging iedereen weer over tot de orde van de dag.


dinsdag 4 februari 2014

Ingefluisterd

Toen de kat uit het hokje wandelde viel meteen haar asymmetrische snuit op. Voorzichtig maakte ik de bek van kat Marie open om het gebit te inspecteren. Wat ik daar aantrof was nog erger dan ik vreesde. Dikke brokken tandsteen, zeer ontstoken tandvlees en een stel kiezen die zo rot waren dat ze er bijna spontaan uit dreigden te vallen. Dit alles zorgde voor heftige ontstekingen waardoor haar neusbrug aan de linkerkant flink gezwollen was.

Normaal zou dit het moment zijn om dringend een gebitsreiniging aan te raden. Maar kat Marie was 21 jaar oud en in het laatste stadium van chronisch nierfalen. Een afspraak bij mijn collega om het gebit te laten saneren was dus geen optie, maar doorleven met een heftige chronische ontsteking ook niet. 

Voorzichtig begon ik uit te leggen dat antibiotica en ontstekingsremmers slechts tijdelijk verbetering zouden geven en dat misschien nu toch wel het moment was gekomen om afscheid van Marie te nemen. 

Haar eigenaresse keek me echter beslist aan en zei: "Nee hoor, ik ben vanochtend bij een kattenfluisteraar geweest, en Marie heeft aan hem verteld dat ze gewoon antibiotica nodig heeft en dat dan alles gewoon goed komt"