Net wanneer ik mijn laatste operatie afrond, komt assistente Annika de operatiekamer binnenlopen. "Hoe lang ben jij nog bezig? Er komt namelijk zo een hond met een hypo aan en het klinkt niet al te best." zegt ze tegen me. Ik plaats op dat moment mijn laatste huidhechting en antwoord dat ik zo goed als klaar ben.
In afwachting van deze spoedpatiënt zetten we samen alles klaar wat we nodig denken te hebben. Het enige wat nog ontbreek is onze patiënt. "Moeten ze van ver komen dat het zo lang duurt? vraag ik. Annika antwoord dat ze uitdrukkelijk heeft gezegd dat de eigenaar zo snel mogelijk met haar hond naar de praktijk moet komen omdat een te laag glucose-gehalte in het bloed levensbedreigend kan zijn. "Maar het leek alsof ze de ernst van de situatie niet helemaal doorhad, ze klonk bijna... laconiek." voegt ze daar een beetje twijfelend aan toe.
Eindelijk komt er dan toch een auto aanrijden, de assistente en ik staan al klaar bij de deur om de patiënt op te vangen. Als de eigenaresse de praktijk binnenstapt herken ik haar en haar hond meteen. Het is mevrouw Overvliet met haar mini-schnauzer Benny. Maar waar hij normaal de hele praktijk bij elkaar blaft, ligt hij nu slapjes in haar armen.
Ik schrik van de situatie en ruk de hond bijna uit haar armen. Er is actie nodig, en wel nu. Terwijl ik uitvraag wat er gebeurd is, gaan assistente Annika en ik als een geolied team aan de slag. We prikken bloed, bepalen het glucose gehalte (veel te laag) en leggen gauw een infuus aan om een glucose-oplossing toe te dienen. Dit alles terwijl mevrouw Overvliet rustig toekijkt.
Terwijl het infuus loopt, probeer ik aan haar uit te leggen dat de situatie van Benny vrij ernstig is en hij bijna in een coma was geraakt. "Maar kijk, maar hij beweegt nog gewoon met zijn pootjes hoor." is haar montere respons. Ik kijk naar Benny en zie dat hij inderdaad af en toe met een pootje schokt.
Ergens begin ik een beetje geërgerd te raken. Ziet ze dan écht niet dat haar hond in een kritieke situatie verkeert en dat wij alles uit de kast aan het trekken zijn om hem hieruit te krijgen? Dan herinner ik me opeens dat een dierenarts in een spoedkliniek mij ooit vertelde dat voor sommige mensen deze gelatenheid een mechanisme is om met grote stress om te gaan. In plaats van in paniek te raken zijn ze overdreven rustig, bijna op het onverschillige af.
Benny lijkt langzaamaan al iets op te knappen, maar moet wel ter observatie bij ons in de kliniek blijven. Mevrouw Overvliet vertrekt weer naar huis. Overdreven paniekerige eigenaren kunnen soms een beetje irritant zijn, maar dit was ook wel een beetje bevreemdend.
Reageer op dit bericht